Spaarwaterstraat

Door Auke Abma


Juni 2008

De fietsenmaker maakt een proefrit
Tot de hoek en terug, gaat hij.
Hij ziet een stel, verliefd en blij
onder de bloesemende bomenrij.
Geen auto die hem tegenzit.


Daar de vrouw uit het tehuis
die iedereen iets te melden heeft,
zelden iemand antwoord geeft.
Voorbij verse kruiden met beleefd
een briefje: neem mee, voor thuis


Verder dan het keerpunt ziet hij
mannen in het zwart, in gesprek
met hoeden op, krullen in hun nek.
Peren op de punten van het hek
Op de stoep vergaat de rest tot brei.


Op de terugweg zijn de bomen kaal
is het veld leeg, voor het doel een plas
jaagt de wind rillingen over het gras
Hij fietst, wou dat het weer lente was,
verder naar het begin van dit verhaal.


Zo verstrijkt het jaar, zo verglijdt de tijd
als een rivier: nooit dezelfde, toch altijd
is onze straat, ben ik, zijn wij.


© FS 2008-2024 (All rights reserved)