Vogels: onze naaste buren


Houtduif


Houtduif Houtduif

De grootste duif van Nederland. Kleur van de kop blauwgrijs. Lichaam leigrijs met oudroze zweem op de borst. Nek iriserend groen/roze en witte vlek. Op vrijersvoeten klimt de houtduif iets omhoog in de lucht en glijdt dan naar beneden. Leuk om deze golfvlucht te zien. Vooral in april/mei.

Legt twee eieren. Zowel man als vrouw broeden en voederen de jongen. In het eerste jaar missen de juvenielen de witte vlek op de hals.

Houtduiven eten vooral bessen en zaden.


Merel


Merel

Mannetje velourszwart met gele snavel. Vrouwtje donkerbruin met lichter bruin gestreepte borst. Mannetje heeft een mooie zang die eigen is. Merels in stedelijk gebied zingen hoger dan merels in bossen. Ook zingen ze in de stad meer en beginnen ze vroeger in de ochtend. Dat doen ze om boven het verkeerslawaai uit te komen, omdat er meer concurrentie is en om de spits te mijden.

Legt vier tot vijf eieren. Jonge merels lijken eerst op vrouwtjes.

Merels eten wormen, insecten, besjes en fruit.


Roodborst


Roodborst

Bruingrijs vogeltje, met spits snaveltje, zwarte kraaloogjes en opvallende roestbruin oranje borst. De zang is een twinkelend melodietje. De roodborst is erg territoriaal. Een gebied wordt fel verdedigd tegen soortgenoten. De vogel blijft vaak zitten en is dan goed te zien en te fotograferen.

Legt vijf tot zeven eieren. Jonge vogels hebben nog geen rode borst. Een goede camouflage en de ouders reageren niet agressief.

Roodborstjes zijn echte vleeseters (insecten en wormen).


Huismus


Huismus

Bruin tinten met zwarte veren, lichtgrijze buik en flanken. De mannetjes hebben een kenmerkende zwarte tekening. Hun getjilp was vroeger veel meer te horen. Het aantal mussen is enorm gedaald. Toch komt de huismus nog veel voor. In de Spaarwaterstraat leeft ook een groepje.

Legt vier tot zes eieren.

Huismussen zijn echte zaadeters. De jongen worden gevoerd met insecten. Ze hebben de eiwitten nodig om te groeien.


Winterkoning


Winterkoning

Klein vogeltje dat leeft in de onderbegroeiing. Bruine tekening en lichtbruine wenkbrauw. Rechtopstaande staart. Erg beweeglijk en drukdoende in de struiken. Krachtige zang.

Legt vijf tot zeven eieren.

Winterkoningen eten vooral insecten (spinnetjes, kleine insecten) en ook zaadjes.


Halsbandparkiet


Halsbandparkiet

Nieuwkomer in Nederland. Ontsnapte kooivogels. De groentinten, de band om de nek en de gekromde rode snavel zijn in het oog lopende kenmerken. Maken een krassend 'papegaai-geluid'.

Legt vier eieren. Het broedsucces lijkt niet groot te zijn. Populaties in o.a. Amsterdam en Den Haag.

De parkiet eet zaden en vruchten.


Zanglijster


Zanglijster

Bruingekleurde vogel met karakteristieke zwartgespikkelde tekening op crèmekleurige borst. Prachtige melodieuze zang die ver kan reiken.

Legt drie tot zes eieren.

Zanglijsters eten veel slakken. Ze slaan de huisjes stuk op een favoriete plek met een harde ondergrond. Resten van gebroken slakkenhuisjes zijn daar geconcentreerd. Verder eten ze insecten en in het koude jaargetijde bessen en fruit.


Kauw


Kauw

Compacte zwarte vogel met grijs op nek en achterhoofd. Sommige vogels hebben witte pennen of witte vlekken in hun verenkleed. Dit heet leucisme (de vogels hebben pigment maar dit komt niet in sommige veren terecht).

Alerte vogels die slim zijn. Ze kunnen tam worden gemaakt.

Legt vier tot zes eieren. De paarband is voor het leven.

De vogels zijn alleseters. Insecten, zaden, vuilnisbakresten en zelfs aas.


Spreeuw


Spreeuw

Overwegend zwart-donkerbruine vogel met lichte spikkels. Een paars-groenige gloed is te zien over het verenkleed. Heel bekend zijn de grote zwermen spreeuwen die als wolken en slierten in de avondlucht te zien zijn op weg naar hun slaapplaats. Luidruchtig kwetterende vogels.

Legt vijf tot acht eieren.

Spreeuwen eten vooral insecten en larven. In de winter ook appels en bessen.


Gaai


Gaai

Lichtbruine vogel met opvallend lichtblauw op de vleugels. Zwarte streep naar wang onder de snavel. Witte keelveren. Zeer schuwe vogel in het bos. Trekt nu meer naar de stad en wordt minder schuw.

Legt vijf tot zeven eieren.

Gaaien eten insecten. In het koude deel van het jaar eten ze hoofdzakelijk eikels die ze verstoppen. Zo helpen ze met de verspreiding van eikenbomen.


Koolmees


Koolmees

Grootste mees met gele buik, groene vleugels, zwarte pet en witte wangen. Mannetjes hebben een bredere 'stropdas' dan vrouwtjes.

Legt zeven tot vijftien eieren.

In de broedtijd eten ze vooral insecten en rupsen. Verder zaden en fruit. De koolmees lijkt zich goed aan te passen aan het warmer wordende klimaat. Het broedseizoen begint gemiddeld een halve dag eerder, omdat insecten eerder tot ontwikkeling komen.



Tekst: Hubert van Drooge

Foto's: http://nl.wikipedia.org


© FS 2008-2024 (All rights reserved)